Peer-chocotaartjes, hét opkikkertje dat je nodig hebt
Kerstmis ligt alweer achter ons en de laatste dagen van 2020 zijn ingezet. Vorig jaar, rond deze tijd, zat ik in het vliegtuig met bestemming Thailand. Daar kunnen we nu alleen maar van dromen. Dit jaar breng ik de eindejaarsdagen heel wat rustiger door. Beetje wandelen, beetje bakken, veel koken en luisteren naar de 1000 klassiekers.
En wat te doen op deze zondag in december? Taartjes bakken. Geen kerststronk, maar een gewoon taartje dat hemels smaakt. Deze peer-chocotaartjes zijn namelijk hét opkikkertje dat je nodig hebt op deze gure, winterse zondag. Chocolade en fruit doen het altijd goed samen.
Voor deze taartjes gebruik ik voor de taartbodem hetzelfde basisrecept als voor deze frambozentaartjes, bessenclafoutistaartjes en appel-amandelcrumbletaartjes. Een basisrecept voor taartjes dat je echt eens moet maken. Kies voor andere fruitsoorten, een andere vulling en je hebt telkens een ander taartje. Same, same, but different, zoals ze in Thailand zouden zeggen 🙂 .

Wat heb je nodig voor deze peer-chocotaartjes?
voor 4 taartjes met een diameter van 10 cm
Taartdeeg: 100 g bloem – 40 g bloemsuiker – 15 g amandelpoeder – snuifje zout – 60 g koude boter – 1 ei
Voor de chocovulling: 50 g boter – 50 g suiker – 50 g amandelmeel – 35 g ei (=rest van het ei van het taartbeslag) – 20 g cacaopoeder – 1 dikke peer
Voor de afwerking: 2 eetlepels abrikozenconfituur
Hoe maak je het?
Begin met de bereiding van het taartdeeg. Doe bloem, bloemsuiker, amandelpoeder en zout in een kom. Snijd de koude boter in kleine stukjes en voeg toe aan de kom. Voeg ongeveer een kwart van een losgeklopt ei toe. Bewaar de rest van het ei voor de chocovulling. Meng het deeg kort met je handen tot je een zacht deeg hebt.
Is het deeg nog te droog? Doe er dan wat ei bij. Is het deeg te nat? Voeg dan nog wat bloem toe.
Wikkel de deegbal in plastiekfolie en laat het een half uurtje rusten in de koelkast.
Maak ondertussen de chocovulling. Roer de zachte boter met de suiker en het amandelmeel tot een romige massa. Voeg de rest van het ei, dat je over had van het taartbeslag, toe. Voeg de cacao toe en roer alles goed door.
Afwerking
Haal het deeg uit de koelkast en kneed het nog even, dan rolt het makkelijker uit. Kneed zeker niet te lang, want dan wordt het deeg weer zacht.
Bestuif het werkvlak en de deegrol met bloem. Druk de deegbal plat en verdeel het in 4 porties voor 4 kleine taartjes. Rol het deeg uit tot ongeveer 4 mm dik. Steek het deeg uit op de grootte van de taartvormpjes. Snijd het overtollige deeg weg.
Verwarm de oven voor op 170°C – heteluchtstand.
Verdeel de chocovulling over de taartbodems.
Schil de peren en verwijder het klokhuis. Verdeel de peer in kwarten. Snijd er dunne plakjes van en leg de plakjes peer in waaiervorm op de chocovulling.
Bak de taartjes 25 minuten in een voorverwarmde oven van 170°C – heteluchtstand.
Bestrijk de peer-chocotaartjes na het bakken met de abrikozenconfituur. Laat ze verder afkoelen op een rooster.
Smakelijk!
Receptinspiratie: Delicious magazine – taartjes vna Meike Schaling van Petit Gâteau (Amsterdam)