Rabarbertijd = tijd voor rabarbercrumble.
De lente, dat is het seizoen van de lekkerbekken. Asperges, aardbeien, verse erwtjes, sappige tomaten vol smaak, frisse komkommers, het is allemaal volop beschikbaar nu. Dingen die ik graag lust en waarmee ik graag kook.
Het is nu ook volop rabarbertijd. Groeit jouw rabarberplant als kool en komen de rabarberstengels je tegemoet in de tuin? Dan is deze rabarbercrumble ideaal om al die rabarber om te toveren tot een lekker ontbijt, een tussendoortje of een fris dessert.
De friszure rabarber zit hier verstopt onder een krokante havermoutkorst. Verse stukjes rabarber, wat abrikozen, gedroogd of al verse, een lepel lavandelhoning en een crumblelaag erbovenop met havermout in de hoofdrol. Deze rabarbercrumble moet je echt proeven.
Eet hem als ontbijt met een schep yoghurt.
Eet hem gewoon zo, als tussendoortje.
Eet hem als dessert, met een bolletje ijs of mascarponemousse.
Eet hem warm, lauw of koud. Altijd even lekker. Niet te zoet, niet te zuur. Juist goed.
Wat heb je nodig voor deze rabarbercrumble?
een klontje boter – 4 stengels rabarber – een handvol gedroogde abrikozen – 1 el lavendelhoning
Voor de havermoutkorst: 70 g boter – 70 g lichtbruine basterdsuiker – 70 g bloem – 120 g havervlokken
Hoe maak jet het?
Schil de rabarberstengels en snijd ze in stukjes van een centimeter. Snijd de abrikozen in stukjes. Smelt de boter in een pan en stoof de stukjes rabarber en abrikoos kort aan. Zoet met de lavendelhoning of een andere lekkere honing.
Maak de crumble. Meng in een kom alle ingrediënten onder elkaar en maak er met je vingers een kruimelig deeg van.
Schep de gestoofde rabarber in een vuurvaste kom. Verdeel er het kruimeldeeg over.
Bak de rabarbercrumble in een voorverwarmde oven van 180°C gedurende een 20-tal minuten tot de crumblelaag krokant gebakken is.
