Tiramisu, wie lust het niet? Een typisch Italiaans dessert dat klassiek geserveerd wordt als een combinatie van biscuit, cacao, mascarpone, koffie en ei.
Letterlijk betekent tiramisu ’trek mij omhoog’. Het is een dessertje dat je opbeurt en blij maakt. Maar misschien is de weegschaal daarna minder blij, want tiramisu is een vrij zwaar dessert.
Door de romige mascarpone gedeeltelijk te vervangen door platte kaas, yoghurt of ricotta maak je deze tiramisu niet minder lekker, maar wel een pak lichter.
In plaats van een tiramisu met de klassieke smaak van koffie en chocolade, kies ik hier voor een fruitige tiramisu met aardbei, framboos en bessen. Een lekker en fris zomers dessertje.
Wat heb je nodig voor deze tiramisu?
Voor 2 à 3 porties
1 ei – 30 g honing – 100 g platte kaas – 100 g mascarpone of ricotta – 1 el citroensap – 125 g gemengd rood fruit zoals aardbeien, blauwe bessen, braambessen, frambozen
3 el Amaretto of andere likeur – 10 el melk
1 klein pak boudoir koekjes (3 per persoon)
Hoe maak je het?
Klop het ei met de honing schuimig op. Voeg de platte kaas en de mascarpone of ricotta toe en mix tot een gladde crème. Voeg 1 eetlepel citroensap toe.
Snijd het fruit, indien nodig, in kleinere stukjes.
Neem een diep bord en schenk er de Amaretto en de melk in.
Breek de lange vingerkoekjes in 3. Doop ze in dit mengsel.
Doe een laag koekjes in een coupe. Schep er het plattekaasmengsel op. Verdeel er wat gesneden fruit over.
Ga zo verder en maak verschillende laagjes (2 à 3). Eindig met het plattekaasmengsel.
Garneer met fruit en een groen blaadje. Zet de tiramisuglaasjes in de koelkast tot het serveren.
Eventueel kan je de tiramisu nog afwerken met geraspte chocolade of kokosschilfers.